Vlerkje
Een paar dagen geleden zou ik bij de rammetjes gaan trainen met mijn logeerhondje, dat de fantasievolle naam Vlekje heeft meegekregen. Vlekje heeft nog amper een schaap gezien maar is helemaal gefascineerd door hun bestaan. In het weiland achter mijn huis, waar Twiggy, Lotje en een zielig mager schaap hun winterverblijf hebben ligt ze de hele dag met haar neus door het hek te staren. Helaas voor Vlekje staat er stroom op het omheiningsdraad. Af en toe hoor ik dan ook vanuit de schapenwei een geschrokken reeks kefjes.
Met fanatieke Vlekje in het kielzog liep ik gisteren het omheinde stuk land in waar de rammetjes stonden. Onderdeel van het leerproces is dat je je hond netjes laat liggen, zelf richting samengeschoolde schapen loopt, klaar gaat staan in de goede positie en dan de hond laat inlopen.
Helaas waren de rammetjes niet erg tam zodat ze het op een rennen zetten toen ik in de buurt kwam.
Dat was veel gevraagd van het pas aangeleerde geduld van Vlekje. Met een noodgang stormde ze op de vluchtende rammen af om een mooie bruine uit te kiezen en die door het enige gat in de omheining te jagen. Het was binnen twee minuten gebeurd.
Dit zou normaalgesproken niet erg lastig op te lossen zijn want meestal wil een schaap graag terug naar zijn kudde, maar in dit geval leek het de ram beter om niet meer in de buurt van Vlekje te komen. Hij hipte behendig langs het sluisje, tussen twee huizen door en verdween toen uit het zicht langs de drukbereden vaartweg die naar Appelscha loopt.
Nu moet je weten dat je een schaap in zijn eentje nooit te pakken krijgt. Het beest raakt volslagen in paniek en doet hele rare dingen zoals in de sloot springen of gewoon doodvallen van de stress.
Gelukkig had ik Amy ook meegenomen.
In vliegende vaart ruilde ik Vlekje voor Amy. Samen haalden we snel alle rammetjes uit het weiland en als groep stormden we de ontsnappeling achterna.
“Zoek je soms een schaap?” vroeg het oudere echtpaar bij de brug een beetje onnozel toen we hijgend kwamen aangerend. Ze wezen over de brug naar links en in die richting vlogen we met zijn allen de vaart over.
Aan de overkant stonden fietsers die alleen maar gebaarden. Geen ontsnapte ram te bekennen, maar de fietsers knikten, dus die kant gingen we op.
Ondertussen zat er in mijn kleine groepje ook een rammetje dat zich niet lekker voelde. Misschien een pijnlijk pootje, misschien was het de stress, maar dit beestje vond dat ie om de paar meter om moest draaien om Amy aan te vallen of dood te gaan. Zo denken schapen. Als je niet meer kunt vluchten dan val je aan en sterf je.
Zover wilde ik het niet laten komen in de dorpsstraat van Appelscha.
Het moest langzamer. Amy moest niet zo dicht op de schapen lopen en het zielige rammetje moest de tijd krijgen om mee te komen. Dat betekende vertraging. In gedachte zag ik de ontsnapte ram steeds meer voorsprong krijgen en richting winkelcentrum rennen waar hij zou gaan grazen op de groentenafdeling.
Met mijn groepje telkens stilstaande rammen veroorzaakte ik inmiddels een kleine opstopping van samenklonterende wandelaars, vrachtwagens en toeristen. Langzaamaan begonnen die een tikje ongeduldig te worden.
Op dat moment zag ik gelukkig een mevrouw zwaaien vanuit haar oprit.
De ontbrekende ram was daar naarbinnen gevlucht en stond nu in haar achtertuin.
Ik was immens opgelucht.
Gedeeltelijk om de wachtende vrachtwagens door te laten, gedeeltelijk omdat de ram zijn soortgenoten zou opzoeken als hij ze zou zien zijn we toen met de hele troep rammen de tuin maar ingerend, en, nadat alle verkeer zijn weg had vervolgd, zijn we rustig met zijn allen weer teruggewandeld naar de weide.
En Vlekje? Die heb ik daarna een ‘r’ in haar naam gegeven. Past stukken beter.