www.tegrazen.nl

een zomer vol gemekker … berichten uit Friesland

   15 jul

op pad met de herder

Een klein jaar geleden zat ik in het gezellige atelier van Hawar, een in Oldeberkoop gevestigd textielatelier, of, zoals ik laatst ergens las “een bijzonder bedrijf waar de mooiste dingen van schaapswol worden gemaakt. Ziewww.hawar.nl. Bedrijf trekt (inter)nationaal bezoekers” de plannen voor een schaapscheerdersdag uit te werken.
De ideeen buitelden over elkaar en vanuit het niets onstond er een geweldig leuk (bedrijfs)uitje: ’s ochtends op pad met de kudde, dan de keus uit een picknick op de hei of een lekkere streeklunch in restaurant Le Brocope en vervolgens aan de slag met de schapenwol van de kudde in het textielatelier.
We doopten het ‘het Woldeberkoop arrangement’. Je kunt als groep maar ook individueel inschrijven. Lees meer hierover op deze pagina.


   09 jul

runaway bride

Niet lang geleden werd ik als schaapherder gevraagd om met mijn kudde het Vikingfestival in Noordwolde op te sieren. Ik leek toch in de buurt te zijn en zei ja, omdat ik wel van vikingen houd.
Eerst dacht ik dat ik bij de recreatieplas mocht komen grazen, vlak bij het voor drie dagen opgeslagen tentenkamp van de weekendvikingen, maar bij aankomst in het dorp bleek al snel dat ik in een strookje gras langs de aanrijroute was gedacht.
Omdat mijn kudde een rondtrekkende schaapskudde is was ik in de tussentijd al weer een eind van Noordwolde afgezworven. Inmiddels stonden we ongeveer twintig kilometer verderop in Oosterwolde, in een keurig woonwijkje de slootkanten leeg te grazen. Dat maakte dat ik ’s ochtends vroeg op goed geluk 8 schapen in een piepklein wagentje had geladen. Nog net op tijd kon ik Twiggy er weer uit trekken, die er natuurlijk als eerste was ingesprongen, omdat haar lammetjes niet meekonden. Dat zou naarmate de dag vorderde een hoop gemekker hebben opgeleverd. In een zelfgemaakte vikingjurk, waarvan de stof een chique linnen broek was geweest die ik de dag ervoor met veel stress had omgebouwd, en twee folkloristische vikingvlechten in het haar, streek ik neer tussen de moderne ijzeren dranghekken op mijn stukje gras.
Ik begon me al snel knap eenzaam te voelen. Op een paar mensen uit de buurt na kwam er niemand voorbij. Het veldje was te klein voor een demo met de honden, de kudde te klein om op te vallen.
In de verte klonk het draaiorgel, dat naast de grote opblaasspringkoe was neergezet. Vanaf de andere kant kwam de geur van versgebakken vikingfrietjes. Daar stond ik dan, authentiek te wezen.
Om enigszins vrolijkheid in het geheel te brengen besloot ik om naar de recreatieplas te lopen. Herders zijn nu eenmaal rondtrekkende wezens, zeker in de vikingtijd.
Mijn schaapjes waren nog niet helemaal op elkaar ingespeeld. Normaal hebben ze elk hun eigen plek in de kudde. Nu stonden ze ineens naast een wildvreemd schaap onder zeer bedreigende omstandigheden, iets wat voor een schaap genoeg is om op hol te slaan.
Toen ik mijn dranghek dan ook opende om naar buiten te stappen drong de minikudde zich een weg langs me heen en splitste bij de ingang van de commerciele jaarmarkt, waarbij de schuwsten het op een lopen zetten de woonwijk in en de wat tammeren een kijkje in de winkelstraat probeerden te nemen. Gelukkig had Muis haar dag. Met een vaartje haalde ze de vluchtende schapen terug, nam achter me langs ook de winkelende dames mee en ineens liepen we rustig met zijn allen door een zijstraat om te wennen aan onze nieuwe samenstelling.

Een lieve familie loodste me door het bos naar de Spokeplas waar het echte vikinggebeuren plaats vond. Van verre kon je de kampvuurtjes al ruiken en de behaarde brede mannen met leren voorschoot ook. Mijn schapen waren inmiddels aan elkaar gewend en vermaakten zich opperbest. Tussen de kramen stond genoeg te eten zodat ik zelfs tijd over had om af en toe eens een praatje te maken met een koopman van spintolletjes of een malieënkoldersmid. Het was een leerzame tocht.
Net voordat ik aan de honingmede wilde beginnen herinnerde ik me dat ik verwacht werd om mee te lopen in de stoet van de Vikingbruiloft die door het commerciele stuk van de markt liep.
We waren maar amper op tijd terug op onze plek. Nauwelijks tussen mijn dranghekken kwam de bruiloftstoet al in het zicht. Er was een orkest met middeleeuwse klanken, kooplui met mandjes, een kar met paarden ervoor waarin de bruid, een verklede menigte met bontvellen en achteraan een groep mensen die geschminckt waren alsof ze de pest en typhus tegelijk hadden. Hoe die in de bruiloft pasten begreep ik niet helemaal, maar het was de bedoeling dat de schapen zich achter deze groep aansloten in de tocht.
Mijn schapen hadden weinig moeite met de pestlijders.
Al snel liepen ze gezellig tussen de geel en rood gevlekte strompelaars. En niet veel later ervoor. Vervolgens passeerden ze wat opdringerig de mensen met de mandjes, de kar met het paard en daarna de bontvelmensen.
Hun tempo wilde zich niet zo aan de stoet aanpassen.
Eenmaal tussen het orkest bleven ze wat hangen. Het zal met het franstalige vikingdeuntje te maken hebben gehad, wat over wijn, wijn en nog meer wijn ging en heel gezellig klonk. Ik floot Muis om hulp maar die liep klaarblijkelijk nog tussen de pestlijders want ze kwam niet en mijn hulpfluitje verwaaide in de klanken van het middeleeuwse orkest. Ik begon het een knap spannende aangelegenheid te vinden.
Nadat we de muziek gepasseerd waren stonden we ineens vooraan in de stoet, geflankeerd door twee als beul verklede vaandeldragers. In de verte zag ik op het podium een brede harige viking in bruiloftstenue staan grijnzen.
Ik kreeg het benauwd. Voor ik het wist zou ik wel eens voorgoed in de echt kunnen zijn verbonden met dat Vikingmens.
Uit het niets dook Muis op.
Schielijk keek ik opzij om te zien of de beulen opletten, en toen ik zag dat er eentje bezig was om zijn vaandel uit een boomkruin te trekken zijn we snel een zijstraat ingeglipt. Daarna zijn we maar veilig tussen de dranghekken gebleven.


   22 feb

de eerste

Leidschaap heeft haar naam eer aangedaan.
Toen ik vanmiddag naar de schapen ging kijken kwam ze trots aangewandeld met een klein zwart ooilammetje achter zich aan. De lammertijd is begonnen. Nu Leidschaap het voortouw heeft genomen zullen er vast meer lammetjes volgen. Morgen snel weer kijken!


   04 feb

Vlerkje

Een paar dagen geleden zou ik bij de rammetjes gaan trainen met mijn logeerhondje, dat de fantasievolle naam Vlekje heeft meegekregen. Vlekje heeft nog amper een schaap gezien maar is helemaal gefascineerd door hun bestaan. In het weiland achter mijn huis, waar Twiggy, Lotje en een zielig mager schaap hun winterverblijf hebben ligt ze de hele dag met haar neus door het hek te staren. Helaas voor Vlekje staat er stroom op het omheiningsdraad. Af en toe hoor ik dan ook vanuit de schapenwei een geschrokken reeks kefjes.

Met fanatieke Vlekje in het kielzog liep ik gisteren het omheinde stuk land in waar de rammetjes stonden. Onderdeel van het leerproces is dat je je hond netjes laat liggen, zelf richting samengeschoolde schapen loopt, klaar gaat staan in de goede positie en dan de hond laat inlopen.
Helaas waren de rammetjes niet erg tam zodat ze het op een rennen zetten toen ik in de buurt kwam.
Dat was veel gevraagd van het pas aangeleerde geduld van Vlekje. Met een noodgang stormde ze op de vluchtende rammen af om een mooie bruine uit te kiezen en die door het enige gat in de omheining te jagen. Het was binnen twee minuten gebeurd.
Dit zou normaalgesproken niet erg lastig op te lossen zijn want meestal wil een schaap graag terug naar zijn kudde, maar in dit geval leek het de ram beter om niet meer in de buurt van Vlekje te komen. Hij hipte behendig langs het sluisje, tussen twee huizen door en verdween toen uit het zicht langs de drukbereden vaartweg die naar Appelscha loopt.
Nu moet je weten dat je een schaap in zijn eentje nooit te pakken krijgt. Het beest raakt volslagen in paniek en doet hele rare dingen zoals in de sloot springen of gewoon doodvallen van de stress.
Gelukkig had ik Amy ook meegenomen.
In vliegende vaart ruilde ik Vlekje voor Amy. Samen haalden we snel alle rammetjes uit het weiland en als groep stormden we de ontsnappeling achterna.

“Zoek je soms een schaap?” vroeg het oudere echtpaar bij de brug een beetje onnozel toen we hijgend kwamen aangerend. Ze wezen over de brug naar links en in die richting vlogen we met zijn allen de vaart over.
Aan de overkant stonden fietsers die alleen maar gebaarden. Geen ontsnapte ram te bekennen, maar de fietsers knikten, dus die kant gingen we op.
Ondertussen zat er in mijn kleine groepje ook een rammetje dat zich niet lekker voelde. Misschien een pijnlijk pootje, misschien was het de stress, maar dit beestje vond dat ie om de paar meter om moest draaien om Amy aan te vallen of dood te gaan. Zo denken schapen. Als je niet meer kunt vluchten dan val je aan en sterf je.

Zover wilde ik het niet laten komen in de dorpsstraat van Appelscha.
Het moest langzamer. Amy moest niet zo dicht op de schapen lopen en het zielige rammetje moest de tijd krijgen om mee te komen. Dat betekende vertraging. In gedachte zag ik de ontsnapte ram steeds meer voorsprong krijgen en richting winkelcentrum rennen waar hij zou gaan grazen op de groentenafdeling.
Met mijn groepje telkens stilstaande rammen veroorzaakte ik inmiddels een kleine opstopping van samenklonterende wandelaars, vrachtwagens en toeristen. Langzaamaan begonnen die een tikje ongeduldig te worden.

Op dat moment zag ik gelukkig een mevrouw zwaaien vanuit haar oprit.
De ontbrekende ram was daar naarbinnen gevlucht en stond nu in haar achtertuin.
Ik was immens opgelucht.

Gedeeltelijk om de wachtende vrachtwagens door te laten, gedeeltelijk omdat de ram zijn soortgenoten zou opzoeken als hij ze zou zien zijn we toen met de hele troep rammen de tuin maar ingerend, en, nadat alle verkeer zijn weg had vervolgd, zijn we rustig met zijn allen weer teruggewandeld naar de weide.
En Vlekje? Die heb ik daarna een ‘r’ in haar naam gegeven. Past stukken beter.


   23 mei

uitzicht

Met de schapen kom ik soms langs een op het oog verwaarloosd vakantiehuisje.
Het gras staat er hoog en de schuifpui is rot.
Binnen ziet het er reuze gezellig uit. Spelletjes op tafel, overal opengeslagen boeken en een heerlijke diepe bank met een kleurig kleed.
Toch viert er nooit iemand vakantie en de open boeken blijven ongelezen.
Gister heb ik de stoute schoenen aangetrokken en aan de buren het adres van de eigenaar gevraagd.
Hoezo? vroegen de buren. Ze verkopen het toch niet hoor!
Maar wij hebben ook wel een plekje voor je te huur. Het ligt prachtig en vreselijk rustig bovendien.
De buurman, die tevens boer is, stapte met zijn klompen bij me in de auto en stuurde me een afgelegen betonpad op. In de verte, midden in de weilanden lag een oude schuur. Het is er wel een troep hoor, klonk de stem van de boerin nog in mijn achterhoofd toen ik de schuurdeur opende.
En dat klopte.
Verspreid over de hobbelige aarden vloer stonden allerhande landbouwwerktuigen. Op planken langs de zijkant hadden vrienden en bekenden hun spullen opgeslagen, er lag driekwart kubieke meter zwart landbouwplastic en in de loop der tijd was dit alles overdekt geraakt met een fijn laagje gehakseld stro met vogelpoep. In de hoek, afgeschermd door een betonnen pilaar, stond een mooie ouderwetse zwengelpomp.
“Het drinkwater”, wees de boer gastvrij. “We halen alle spullen er voor je uit hoor, dan heb je de ruimte.”
Onder de veertig centimeter afgebrokkelde kier van de staldeur door kon ik genieten van een inderdaad prachtig uitzicht over het natuurgebied en door het gat in het dak zou je ’s nachts een aardedonkere sterrenhemel kunnen bewonderen, maar toch kreeg ik het gevoel dat ik hier niet zou gaan wonen.
“ik denk er nog even over na”, zei ik tegen de boer, toen hij me verwachtingsvol aankeek.
De broedende duif in de nok van het dak liet opgelucht een wit plakkaatje vallen.


   19 apr

te water

Hoera, we zijn weer begonnen.
De kudde is gisteren zonder moeite vanuit een verderopgelegen weiland naar de Tjongerdijk gewandeld. Zonder veel moeite, maar mét een enorm volume.
Dat kwam omdat alle lammetjes ineens hun moeder kwijt waren.
Voorlopig zit ik met dat geluid opgescheept. De lammetjes zijn nog te klein om zonder melk en moeder te kunnen.
De eigenwijze huppeltjes vliegen alle kanten uit. Alles moet ontdekt en besabbeld worden. Zo ook het stroomdraad. Daardoor weet ik nu dat lammetjes kunnen kwaken.

Hekjes en greppels zijn ENG. Bij die stukken wacht achteraan de kudde een twintigtal hulpeloze wolletjes tot iemand hen komt redden van die grote hond. Ze willen overal heen behalve door het hekje. Dat vergt wel een beetje geduld van de herder en een tikje begrip van de hond. Verder zijn die dappere springertjes ronduit komisch.

De Tjonger is een prima plek om te leren zwemmen. Alleen jammer dat de oever zo steil is dat je er nooit meer uit kunt komen.
Vandaag spartelde er een klein wit lammetje met een enorme waterbuik machteloos langs de beschoeide oever.
Bij een uitstekend boompje deed ze een laatste poging om eruit te klimmen en verdween toen kopje onder. Op dat moment stond ik mijn zware schoenen en broek al uit te rukken.
De Tjonger is wel koud rond deze tijd van het jaar. Gelukkig is er ook weinig publiek om een half ontklede herder het water in te zien duiken.
Het lam maakt het inmiddels weer goed. Ikzelf heb brandnetelsteken op mijn billen.

Bovenstaande foto maakte collega Daphne gisteren bij het sorteren van de top-ramlammeren om volgend jaar mee te fokken. Op de foto de Brad Pitt onder de rammen. Als dat maar goed gaat met mijn dames!


   12 dec

(g)een hutje op de hei

Trouwe lezers weten dat dit een vervolg is op twee andere stukjes met ongeveer dezelfde titel.
Nieuwe kijkertjes scrollen beter even naar beneden op zoek naar titel 1.

Goh, wat blijft het koud.
Het lijkt wel of de muren alle warmte van mijn kleine kacheltje opslurpen en daar een vochtige damp voor teruggeven.
Ik krijg het niet voor elkaar om het hier meer dan 16 graden te maken.
En dan is het buiten nog niet eens echt winter.

Ik besluit dat dit werkelijk niet kan voor het komende seizoen.
Alleen als ik er een volle dagtaak van maak kan ik hier overleven. Maar ik wil meer dan alleen houthakker zijn. Ik wil mijn honden trainen, en schapen vangen, en lammetjes geboren zien worden. Dat zijn op zich al erg koude bezigheden. Thuiskomen onder het geboorteslijm en dan in een ijskoud huis eerst ijzerhoudend badwater op de kachel moeten opwarmen lijkt bij nader inzien niet zo’n aantrekkelijk idee.
Vanaf half vijf is het stikkedonker binnen. Je went eraan, om dingen bij kaarslicht te doen. Het aantal mogelijkheden wordt wel beperkt. Mijn weblog doet het in elk geval niet op kaarsen.

Als ik bij het inpakken van mijn auto een vuilniszak met daarin een schapenvacht optil springt er vanuit de bodem een muis op de vloer.
En nog eentje. Na zeven dikke muizen onderzoek ik niet verder maar zet de zak voorzichtig terug.
Die hebben het rijk weer alleen!


   12 dec

advertentie

Op Marktplaats, de advertentie-site, trof ik met het zoekwoord ‘houtkachel’ een berichtje van ene R. uit Onbelangrijk, Buitenland
het luidde alsvolgt:

het is allemaal maar herfstig buiten
Prijs: € 0,00
Periode plaatsing: 11-12-11 t/m zondag 08 januari 2012
Omschrijving: houtkacheltje aan en bad vol laten lopen…Daar knapt men van op.

Nieuwsgierig geworden mailde ik terug:

dag R,
is het mooi in Onbelangrijk?
Hier in Nogal Achteraf heeft het hard gestormd. Ook hier een houtkachel. En veel afgewaaide takken.
Geen bad helaas. In Buitenland is het gras altijd groener.
Val je onder “Antiek en Kunst”-, “Hobby en Vrije Tijd”-, “Muziek en Instrumenten”- of misschien onder “Gratis af te halen”?

groetjes van Z.

Al snel kwam er een berichtje terug:
Ik woon in zuidholland.tegenover natuurgebied dus altijd mooi. En jij?
groetjes R.

Een antwoord zonder grapje. Dus een degelijke vraag terug:
Ik pendel tussen de randstad en Friesland.
Vond je tekstje grappig. Had je er een speciale bedoeling mee?
groetjes, Z.

Nee hoor.vond het leuk om er op te zetten. Z. man of vrouw? Groetjes

Jammer…gemiste kans voor een mailconversatie met diepgang;
Ik mailde terug:
Ik ben een bejaarde behaarde travestiet met een houten been en een glazen oog.
groetjes,
Z.

Ben benieuwd of ik nog iets hoor…


   26 nov

een hutje op de hei 2


Er loopt een muis over het plafond. Of beter, eigenlijk loopt de muis onzichtbaar tussen de zoldervloer en de plafondplaten. Het klinkt alsof hij elk moment naar beneden komt vallen.
Terwijl ik in de kamer zit ritselt en knaagt hij er op los.
Eén muis? Nee, het is een hele familie. Boven mijn hoofd hebben ze een parcourtje uitgezet; sprongetje, sprintje en dan drie grote sprongen achterelkaar. Het is reuze gezellig daarboven, zeker nu mijn houtkachel het papierdunne plafond verwarmt.

Bijgelicht door een grote zaklantaarn loop ik via de koude donkere keuken en de nog koudere deel het smalle houten trapje naar de zolder op.
Daar staat een oud bankstel met een stoffige hoes erover. Ook liggen er twee matrassen die hun beste tijd gehad hebben, een roestige kachelpijp, drie vieze planken en een prop plastic zeil. In een hoek van de zolder staat een verweerde, op board geplakte schoolplaat met de toepasselijke titel ‘Knaagdieren’.

Mijn huisgenootjes zijn niet bang aangelegd. Met hun vriendelijke kraalogen kijken ze in het felle licht van de lantaarn zonder weg te rennen. Hun weldoorvoede lichaampjes liggen aaibaar bovenop een laag zacht strooisel en lege doppen van een of ander eetbaar soort. Het is aandoenlijk hoe hun vachtjes glanzen, hun snorharen trillen en hun kleine muizenpootjes af en toe een dop opzij duwen op zoek naar restjes noot.
Het is de mooiste bosmuizenkolonie die ik in tijden ben tegengekomen.
Zomaar binnen handbereik.
De grote zak met aangeboden muizenvallen wijs ik dan ook resoluut af.
En de volgende ochtend, als om een uur of half zeven het vrolijke gespring en geroffel weer begint, ben ik daar nog steeds blij om.


   26 nov

explore the north


Fotografe Marije Kuiper maakte voor het festival EXPLORE THE NORTH een aantal foto’s over het Noordelijke Gevoel.
Eén ervan is gemaakt in het Blauwe Bos. Klik op de foto om m te vergroten. Als je goed zoekt kun je Lotje herkennen.
Meer foto’s van Marije kun je vinden op www.marijekuiper.nl