(g)een hutje op de hei
Trouwe lezers weten dat dit een vervolg is op twee andere stukjes met ongeveer dezelfde titel.
Nieuwe kijkertjes scrollen beter even naar beneden op zoek naar titel 1.
Goh, wat blijft het koud.
Het lijkt wel of de muren alle warmte van mijn kleine kacheltje opslurpen en daar een vochtige damp voor teruggeven.
Ik krijg het niet voor elkaar om het hier meer dan 16 graden te maken.
En dan is het buiten nog niet eens echt winter.
Ik besluit dat dit werkelijk niet kan voor het komende seizoen.
Alleen als ik er een volle dagtaak van maak kan ik hier overleven. Maar ik wil meer dan alleen houthakker zijn. Ik wil mijn honden trainen, en schapen vangen, en lammetjes geboren zien worden. Dat zijn op zich al erg koude bezigheden. Thuiskomen onder het geboorteslijm en dan in een ijskoud huis eerst ijzerhoudend badwater op de kachel moeten opwarmen lijkt bij nader inzien niet zo’n aantrekkelijk idee.
Vanaf half vijf is het stikkedonker binnen. Je went eraan, om dingen bij kaarslicht te doen. Het aantal mogelijkheden wordt wel beperkt. Mijn weblog doet het in elk geval niet op kaarsen.
Als ik bij het inpakken van mijn auto een vuilniszak met daarin een schapenvacht optil springt er vanuit de bodem een muis op de vloer.
En nog eentje. Na zeven dikke muizen onderzoek ik niet verder maar zet de zak voorzichtig terug.
Die hebben het rijk weer alleen!
Both comments and pings are currently closed.