www.tegrazen.nl

een zomer vol gemekker … berichten uit Friesland

Op basis van argumenten


   24 nov

Op basis van argumenten

Als er in mijn kudde iets met een schaap aan de hand is, een zeer pootje of ontstoken uier, dan hoed ik niet prettig en geniet ik minder dan anders. Een vaag gevoel van ongenoegen drukt haar stempel op de dag.
Pas heb ik samen met Martin mijn kudde eens goed bekeken. Martin weet namelijk als geen ander hoe slechte uiers en tanden eruitzien bij schapen. Stuk voor stuk ging elk dier door onze handen, kreeg een scheutje extra mineralen en werd en passant in de bek gekeken.
Mijn kudde bestaat grotendeels uit de lammeren van de kudde van Hijken. Wild als kraaien waren die toen ik er voor het eerst mee ging wandelen. Nog voor ze mij en mijn hond gezien hadden sprongen er al tien de Tjonger in. Dat verhaal moet eigenlijk nog eens opgeschreven worden.
Nu zijn we al weer bijna vijf jaar verder. De lammeren van toen zijn groot, wijs en volgzaam geworden en hier en daar zelfs al een beetje oud. De dieren die het tot nu toe hebben overleefd zijn oersterk en brengen ook weer oersterke lammeren voort, maar daar wil ik het nu niet over hebben. Of eigenlijk wel, want er zijn oudere dieren bij die met minder tanden en een beroerd uier de winter door moeten en dan een lammetje zullen krijgen.
Met Martin als scheidsrechter gaf ik deze schapen een knalroze stip en zo liepen ze, zich van geen onheil bewust, nog heerlijk drie weken te grazen in een malse boerenwei.

Vandaag was het echter zover. Ik had een afspraak gemaakt met de slager in de buurt en de worstmaker uit Oldeberkoop.
Samen met Henry vingen we vijf roze stippen en stopten ze in een klein karretje. Ik was de hele dag al onverklaarbaar knorrig en gespannen geweest.
De schapen toonden zich op hun ontoegankelijkst. Ze draaiden hun koppen weg als ik ze wilde aanraken en staarden met een lege blik langs me heen waar ze me normaal altijd nieuwsgierig aankijken.
Bij de slager werden de vijf in een stalletje gezet. Sinds ik gezegd heb dat ik zo’n betonnen vloer maar niks vind hebben ze er eentje met stro erin als ik kom. Mijn vijf timide schapen kropen stijf tegen elkaar het stalletje in. In de naastgelegen hokken bevonden zich een enorme stier die met zijn horens tegen het ijzer stond te slaan en twee schreeuwerig knorrende varkens. Drie kleine nieuwsgierige geitjes gingen op hun achterpootjes staan toen ik door het gangetje naar buiten liep, langs meer knorgeluiden en luid geblaat van twee zwarte schapen uit een aangrenzend hokje, mijn vijf trotse dames met doffe ogen en glanzende vachten achterlatend in het schemerdonker van de slagersstal.
Wel eens vaker heb ik voor Henry schapen naar de slager gebracht.
Nu voor het eerst heb ik zelf dieren aangewezen. Trouwe dieren die me al vijf jaar lang vergezellen, weten wie ik ben en me begroeten als ik ’s ochtends het net in stap. Morgen om zeven uur zijn ze aan de beurt. Op basis van argumenten.

Both comments and pings are currently closed.

Comments are closed.