een hutje op de hei 2
Er loopt een muis over het plafond. Of beter, eigenlijk loopt de muis onzichtbaar tussen de zoldervloer en de plafondplaten. Het klinkt alsof hij elk moment naar beneden komt vallen.
Terwijl ik in de kamer zit ritselt en knaagt hij er op los.
Eén muis? Nee, het is een hele familie. Boven mijn hoofd hebben ze een parcourtje uitgezet; sprongetje, sprintje en dan drie grote sprongen achterelkaar. Het is reuze gezellig daarboven, zeker nu mijn houtkachel het papierdunne plafond verwarmt.
Bijgelicht door een grote zaklantaarn loop ik via de koude donkere keuken en de nog koudere deel het smalle houten trapje naar de zolder op.
Daar staat een oud bankstel met een stoffige hoes erover. Ook liggen er twee matrassen die hun beste tijd gehad hebben, een roestige kachelpijp, drie vieze planken en een prop plastic zeil. In een hoek van de zolder staat een verweerde, op board geplakte schoolplaat met de toepasselijke titel ‘Knaagdieren’.
Mijn huisgenootjes zijn niet bang aangelegd. Met hun vriendelijke kraalogen kijken ze in het felle licht van de lantaarn zonder weg te rennen. Hun weldoorvoede lichaampjes liggen aaibaar bovenop een laag zacht strooisel en lege doppen van een of ander eetbaar soort. Het is aandoenlijk hoe hun vachtjes glanzen, hun snorharen trillen en hun kleine muizenpootjes af en toe een dop opzij duwen op zoek naar restjes noot.
Het is de mooiste bosmuizenkolonie die ik in tijden ben tegengekomen.
Zomaar binnen handbereik.
De grote zak met aangeboden muizenvallen wijs ik dan ook resoluut af.
En de volgende ochtend, als om een uur of half zeven het vrolijke gespring en geroffel weer begint, ben ik daar nog steeds blij om.
Both comments and pings are currently closed.