onder het mes
Het was warm vandaag. Voor het eerst sinds tijden was er zon toen ik mijn woonwagentje uitstapte.
Op dagen als vandaag is het hier op zijn fijnst.
Ik sta aan de Tjonger, met een heel groot stuk grassige dijk helemaal voor mij alleen.
Aan beide kanten van het water ligt een natuurgebied. De overkant wordt begraasd door paarden en groot gehoornde koeien, aan mijn kant grazen wij.
Vandaag is een goeie dag om Lotje onder handen te nemen. Die loopt te hijgen in haar warme vachtje.
In de middagpauze, die lang is omdat het zo warm is en er gezwommen moet worden, lok ik Lotje onder valse voorwendselen naar mijn keet.
De scherpe vachtschaar glimt al in het zonnetje.
Als ik Lotje met een zwaai op haar staartje zet begint ze klagelijk te mekkeren. Haar grote ogen volgen angstig de nieuwe schaar. Ik kan haar geen ongelijk geven. Ik heb namelijk nog nooit een schaap geknipt en de schaar is vlijmscherp. Ooit verpestte ik iemands strakke rock-en-roll kapsel door na een pauze de tondeuse op 1 millimeter te zetten. Lotje vermoedt het ergste.
Van alle kanten bekijk ik haar.
Waar zit eigenlijk het begin van zo’n beest?
Je kunt toch niet zomaar ergens de schaar in zetten?
Voorzichtig knip ik met het puntje van de schaar een stukje uit de nek. En nog een stukje. Dat gaat eigenlijk best makkelijk.
Je steekt de punt in de vacht, doet een schietgebedje en met een groots gebaar vliegt er een stuk wol vanaf.
Als ik één kant geknipt heb ligt Lotje, die haar ontsnappingspogingen halfverwege gestaakt heeft, met gesloten oogjes in het gras. Schapen kunnen zomaar doodgaan van de stress, moet je weten. Ik zet haar gauw op haar pootjes.
Dit is werkelijk geen gezicht. Op de helft stoppen is geen optie. Lotje keurt haar vachtje geen blik waardig, kijkt om zich heen, ziet gras en leeft ogenblikkelijk op.
De andere kant gaat gemakkelijker. De banen worden groter, de schaar knipt sneller. Tot het achterpootje. Met een zachte knip neem ik een velletje mee. Het is niet zomaar een schaafwondje, nee, met deze schaar wordt het gelijk een gemeen gat.
Lotje ondergaat het schaapmoedig. Geen mekkertje komt nog over haar lippen. Als het hele vachtje er af is knip ik haar vorm nog een beetje bij, want hier en daar heeft ze ineens vreemdsoortige bulten. Zo schaapvormig mogelijk lever ik haar weer af bij de kudde. De dames komen direct snuffelen. Zo’n vreemd beest!
Lotje lijkt er gelukkig niet mee te zitten.
Voor straf heb ik wel een blaar op mijn vinger. Zo staan we eigenlijk quitte.
Both comments and pings are currently closed.